Masseur veroordeeld tot gevangenisstraf wegens verkrachting met vinger

Uitspraak d.d. 24-01-2017 door de Rechtbank Gelderland

De rechtbank Gelderland heeft een 65-jarige man uit Emmen veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Veroordeelde heeft als masseur een bezoekster van een saunacomplex verkracht door onverhoeds met (één van) zijn vingers in haar vagina te gaan. Verder heeft hij ook zijn penis in haar hand gelegd. Tevens moet de verdachte een schadevergoeding aan het slachtoffer van €1.950,50 betalen.

Therapeut veroordeeld tot gevangenisstraf wegens seksuele handelingen en afpersing

Uitspraak d.d. 30-01-2003 door de Rechtbank Maastricht

De Rechtbank Maastricht veroordeelt de therapeut voor diverse seksuele handelingen en afpersing tot drie maanden gevangenisstraf, waarvan 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar met als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal onthouden als therapeut of hulpverlener van elke werkzaamheid of activiteit die redelijkerwijs als therapeutisch jegens derden kunnen worden aangemerkt.

Hoge Raad oordeelt dat een uitleg onder Art. 249.2.3 WvS als “formele behandelrelatie” te beperkend is

Uitspraak d.d. 05-12-2017 door de Hoge Raad

OM-cassatie. Vrijspraak t.z.v. ontucht door arbeidsdeskundige werkzaam bij uitkeringsinstantie vrouw in re-integratietraject, art. 249.2.3 Sr. Werkzaam in de maatschappelijke zorg? Kennelijk heeft het Hof bij zijn oordeel tot uitgangspunt genomen dat voor de toepasselijkheid van art. 249.2.3 Sr is vereist dat sprake is van een “formele behandelrelatie” tussen degene die werkzaam is in de maatschappelijke zorg en degene die zich als patiënt of cliënt aan zijn hulp of zorg heeft toevertrouwd. Dat uitgangspunt is te beperkt en daarom onjuist. Art. 249.2.3 Sr kan ook toepassing vinden indien in feitelijke zin sprake is van een relatie a.b.i. deze wetsbepaling (vgl. ECLI:NL:HR:2011:BP2630). Volgt vernietiging en terugwijzing.

 

Deze jurisprudentie geeft weer dat met betrekking tot art. 249 lid 2 sub 3 WvS de feitelijke, functionele relatie doorslaggevend is en niet de formele relatie. Degene die zich als zorgverlener gedraagt, wordt door de Hoge Raad als zorgverlener beschouwd, ook als hij of zij dat niet formeel is. Artikel 249 lid 2 sub 3 WvS dient dus niet formeel maar materieel te worden uitgelegd.

Therapeut krijgt taakstraf na gemeenschap met patiënte

Uitspraak dd 29-11-2016 door de Rechtbank Overijssel
Therapeut wegens seksuele handelingen veroordeeld tot taakstraf van 100 uur, gevangenisstraf van 180 dagen waarvan 178 voorwaardelijk, een proeftijd van 3 jaar en een schadevergoeding van €434,16. (De cliënte was verliefd en had ‘vrijwillig’ seks met de therapeut.)

Dit is is een situatie waarin diverse cliënten van tantra-masseurs zijn terechtgekomen. De rechtbank heeft in het eindoordeel o.a. rekening gehouden met het volgende:

Verdachte heeft bij de politie en ter terechtzitting, onderbouwd door overlegging van een aantal gepubliceerde artikelen, verklaard dat hij op werkgebied in het verleden vaker te maken heeft gehad met misbruikte vrouwen. Met deze voorgeschiedenis in het achterhoofd is het extra kwalijk te constateren dat verdachte misbruik heeft gemaakt van een cliënt die worstelde met een door misbruik overschaduwde voorgeschiedenis. Een voorgeschiedenis waarvan aangeefster verdachte in het kader van therapie deelgenoot heeft gemaakt zodat hij zich, mede gezien zijn ervaring op dit gebied, van de kwetsbaarheid van aangeefster bewust moet zijn geweest. Als hulpverlener mocht van hem worden verwacht dat hij afstand bewaarde, juist in een therapiesituatie waarin intieme gevoelens worden geuit en waarin aangeefster, zo blijkt ook wel uit het dossier, naar verdachte ook (verliefdheids)gevoelens heeft gehad en getoond.”

Huisarts uit BIG-register geschrapt na toepassing tantrische behandelmethode

Uitspraak d.d. 17-12-2015 door het regionaal tuchtcollege voor de gezondheidszorg

Het Regionaal Tuchtcollege voor de gezondheidszorg te Eindhoven oordeelt dat een BIG-geregistreerde huisarts, die een tantrische behandelmethode te weten Pelvic release (“de behandeling”) als zorg aanbood, deze niet had mogen toepassen. Dit omdat een arts nooit seksuele handelingen mag verrichten en omdat de behandeling intieme handelingen met zich mee brengt die een arts als zorgverlener nooit mag verrichten en daarmee naar zijn aard grensoverschrijdend is. Het tuchtcollege laat daarom zijn inschrijving in het BIG-register doorhalen en ontzegt hem het recht op wederinschrijving.